Leven met dementie
Deze website is een archiefversie. Lees hier meer.

Wetsvoorstel zorg en dwang aangepast

Redactioneel - 20-03-2017

Dwang in de zorgDe Wet zorg en dwang (Wzd) moet in de ouderen- en de gehandicaptenzorg de wet BOPZ gaan vervangen, die nu nog regelt of en hoe dwang in de zorg mag worden toegepast. In 2013 werd het wetsvoorstel aangenomen door de Tweede Kamer en ter goedkeuring voorgelegd aan de Eerste kamer. De Eerste kamer wil echter dat alle nieuwe wetten over zorg en dwang dezelfde uitgangspunten hebben, dus moest het wetsvoorstel aangepast worden.

Op 14 februari jl. nam de Tweede kamer het voorstel voor de Wet verplichte GGZ (Wvggz) aan en enkele aanpassingen in het voorstel voor de Wzd, zodat de beide wetten op elkaar aansluiten. De beurt is nu weer aan de Eerste kamer.

Hieronder de hoofdpunten van de aangepaste wetsvoorstel Wzd op een rij.


Wat valt er onder de Wzd?

De Wzd regelt of en wanneer iemand met dementie of een verstandelijke beperking in zijn vrijheid beperkt mag worden door zorgverleners. Onder deze nieuwe wet valt de zorg en behandeling op basis van een PG- of VG- indicatie: thuis, in het verpleeghuis, kleinschalige woonvorm of ziekenhuis.

Onvrijwillige zorg

De Wzd spreekt over ‘onvrijwillige zorg’. Daaronder wordt verstaan:
Tegen de wil van de cliënt of diens wettelijk vertegenwoordiger:

  • Gedwongen vocht, voeding, medicatie en medische of therapeutische behandeling. Uitgezonderd medische noodsituaties van wilsonbekwame patiënten; hierbij mag een arts ingrijpen, op basis van de WGBO.
  • Lichamelijke vrijheidsbeperking
  • Separeren
  • Toezicht houden
  • Onderzoek aan kleding of lichaam, en controleren op drugs en alcohol
  • Onderzoek van de woonruimte op drugs, alcohol en gevaarlijke voorwerpen
  • Leefregels opleggen (behalve huiselijke regels die nodig zijn voor een goed reilen en zijlen in de groep)

Bij wilsonbekwame cliënten altijd, dus ook als de cliënt(vertegenwoordiger) zich niet verzet;

  • Separeren
  • Lichamelijke vrijheidsbeperking
  • Gedragsbeïnvloedende medicijnen (psychofarmaca) als die niet binnen de geldende professionele richtlijnen worden gegeven.

In een later stadium zal per  AMvB worden vastgesteld welke lichamelijke vrijheidsbeperking wel en niet mag, en onder welke voorwaarden.

Vooralsnog mag onvrijwillige zorg alleen in een intramurale zorginstelling. In een later stadium zal per AMvB worden vastgesteld welke vormen van onvrijwillige zorg ook zijn toegestaan in de zorg voor thuiswonenden, en onder welke voorwaarden.

Wat zijn de regels?

De Wzd heeft een heel eenvoudig uitgangspunt: onvrijwillige zorg mag niet, behalve als het echt niet anders kan, en dan zo licht mogelijk en zo kort mogelijk. Daarbij moet de onvrijwillige zorg echt helpen om een zogeheten ‘ernstig nadeel’ voor de cliënt e/o diens omgeving te bestrijden.

Ernstig nadeel

Een ernstig nadeel is:

a. levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van de cliënt of een ander;

b. bedreiging van de veiligheid van de cliënt;

c. de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;

d. de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.

Professioneel wegingskader

Hoe bepaal je of onvrijwillige zorg nodig is?

Hiervoor schrijft de Wzd in artikel 10 een professioneel wegingskader voor, waarmee zorgverleners multidisciplinair en samen met de cliënt(vertegenwoordiger) kunnen onderzoeken wat het probleem en de oplossingen zijn. Dit wegingskader is een beknopte samenvatting van de richtlijnen voor probleemgedrag, en komt neer op het vinden en wegen van antwoorden op de volgende vragen:

  1. Het probleem: 
    • Wat is het probleem precies? Voor wie is het een probleem en hoe ernstig?
    • Wanneer doet het probleem zich precies voor? 
    • Waar kan het probleem vandaan komen? Zijn er dingen die het uitlokken of verergeren? Dingen in de persoon van de cliënt bijvoorbeeld (zoals pijn, niet begrijpen van dingen, angst etc.), de woonruimte, gedrag van andere mensen, de daginvulling?
  2. De oplossingen:
    • Wat zijn oplossingsmogelijkheden?
    • Welke oplossing grijpt voor deze persoon het minst in op zijn vrijheid en levenskwaliteit?
    • Wat zijn van deze oplossing de nadelige effecten voor deze persoon en hoe kunnen die zo veel mogelijk worden weggenomen?
    • Hoe kunnen we aan afbouw werken?

Zorgvuldigheidseisen

Om te bevorderen dat onvrijwillige zorg indien mogelijk wordt afgebouwd, of dat er lichtere vormen worden gevonden, schrijft de Wzd voor dat er na maximaal drie maanden weer opnieuw naar gekeken wordt. Dan moet  een deskundige die niet bij de dagelijkse zorg voor de cliënt  betrokken is met de frisse ogen advies uitbrengen. Daarna moet onvrijwillige zorg elke 6 maanden opnieuw geëvalueerd worden.

In acute situaties kan de arts voor maximaal twee weken onvrijwillige zorg laten inzetten.

Clientvertrouwenspersoon

De zorginstelling die onvrijwillige zorg wil kunnen bieden, moet aan een aantal eisen voldoen. Een daarvan is dat iedere cliënt(vertegenwoordiger) een beroep kan doen op een onafhankelijke cliëntenvertrouwenspersoon. De cliëntenvertrouwenspersoon heeft tot taak om de cliënt(vertegenwoordiger) op diens verzoek advies en bijstand te verlenen in aangelegenheden die samenhangen met onvrijwillige zorg, de opname, of de klachtenprocedure.

Daarnaast moet de cliëntenvertrouwenspersoon aan de inspectie melden als er tekortkomingen zijn in de structuur of de uitvoering van onvrijwillige zorg of onvrijwillige opname.

Artsen verantwoordelijk

De verantwoordelijkheid voor het zorgplan en de onvrijwillige zorg ligt bij een (door de instelling daarvoor aangewezen) arts die op dit gebied deskundig is, of iemand uit een andere categorie van deskundigen die het ministerie hiervoor nog gaat aanwijzen.

Daarnaast moeten zorginstellingen die onvrijwillige zorg willen kunnen geven een Wzd-arts hebben. Deze krijgt min of meer dezelfde  taken en bevoegdheden als de huidige BOPZ-arts, maar ook nieuwe taken. De Wzd-arts wordt verantwoordelijk voor de algemene gang van zaken m.b.t. onvrijwillige zorg binnen de instelling en moet erop toezien dat altijd de minst ingrijpende vorm van onvrijwillige zorg wordt ingezet. Een Wzd-arts hoeft niet in dienst te zijn van de zorgaanbieder.   

Het integrale aangepaste wetsvoorstel

Hier vindt u de integrale versie van het wetsvoorstel zorg en dwang. In zwart staan de teksten die al  in 2013 door de Tweede Kamer zijn aangenomen. In groen, blauw en rood zijn de daarna gewijzigde teksten, die in februari 2017 door de Tweede kamer werden besproken en aangenomen. De Wzd-arts en de bepaling dat een arts altijd ‘zorgverantwoordelijke' is, zijn hier nog niet in opgenomen doordat deze middels amendement werden aangenomen.

Deze versie is afkomstig van het Informatiepunt dwang in de zorg van de overheid.

Zorg voor vrijheid kaartjes

Kaartje Zorg voor vrijheid

Het ‘professioneel wegingskader’ is het hart van de Wet zorg en dwang. IDé maakte er een samenvatting van op een inspirerend mooi kaartje. U kunt dit voorlichtingsmateriaal bestellen.

Toon alle gerelateerde artikelen