Leven met dementie
Deze website is een archiefversie. Lees hier meer.

IGZ: Omgaan met onbegrepen gedrag mensen met dementie moet beter

Redactioneel - 30-06-2015

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) bezocht in de periode van september 2014 – december 2014 twintig instellingen in de intramurale ouderenzorg. Doel: kijken hoe het er voor staat met de zorg voor cliënten met dementie met ‘probleemgedrag’, of ‘onbegrepen gedrag’ in de termen van de inspectie. Het betrof een oriënterend onderzoek.

Gezamenlijk tv kijkenVanwege het kleine aantal bezochte instellingen en de kwalitatieve onderzoeksmethode zijn de onderzoeksresultaten niet in cijfers uitgedrukt. De uitkomsten zijn ook niet zondermeer representatief te noemen. Wel verwacht de inspectie dat de bevindingen een goed beeld geven van hoe de sector er voor staat, door de wijze waarop de instellingen voor dit onderzoek werden geselecteerd en door de invulling van de bezoeken. Daarbij onderschreven veldpartijen het beeld dat uit de onderzoeken naar voren komt; dat gebeurde tijdens de invitational conference die de inspectie organiseerde over de bevindingen van dit onderzoek, op 4 maart 2015.

Bevindingen

Uit het onderzoek komt het volgende beeld naar voren over de wijze waarop intramurale ouderenzorginstellingen omgaan met het gedrag van mensen met dementie:

  • Vaak wordt de zorgvisie van instellingen onvoldoende naar de praktijk vertaald, daarnaast ontbreekt vaak speciale aandacht voor het ‘onbegrepen gedrag’ van cliënten met dementie
  • Er wordt vaak onvoldoende methodisch gewerkt
  • Er wordt vaak onvoldoende gekeken naar de mens achter de cliënt, het zoeken naar oorzaken van gedrag is niet vanzelfsprekend
  • Naasten van cliënten worden vaak onvoldoende bij de zorg betrokken
  • In elke instelling worden psychofarmaca ingezet, maar slechts zelden wordt er volgens de richtlijnen doelgericht gestreefd naar de afbouw ervan
  • Er is meer scholing en coaching nodig

De inspectie adviseert zorginstellingen om hier aan te werken. En in 2015 zal IGZ tijdens haar reguliere bezoeken speciale aandacht geven aan het omgaan met ‘onbegrepen gedrag’ van mensen met dementie.

Het rapport beschrijft ook een aantal inspirerende goede praktijkvoorbeelden:

✔  Een cliënte was tijdens het koffiedrinken haar pop aan het wiegen en sussen. Een medewerker nam de zorg voor de pop even over, zodat deze cliënte koffie kon drinken. De medewerker vertelde dat wanneer ze dit niet deed, de cliënte niet at of dronk.

✔  In een aantal organisaties was - naast het halfjaarlijkse multidisciplinair overleg (MDO)- een wekelijks of tweewekelijks overleg van de arts, de psycholoog en de verzorgende plaats over het gedrag van cliënten. Hierdoor kon tijdig verandering in het gedrag worden gesignaleerd. Een analyse kon ‘groeien’ hoewel dit niet altijd was opgeschreven.

✔  Een specialist ouderengeneeskunde vertelde dat hij voor de opname van een nieuwe cliënt diens familie/partner in overweging gaf om de eerste paar nachten bij de cliënt te blijven slapen. Dit scheelde veel onrust, psychofarmaca en ongemak.

Toetsingskader

De inspectie hanteerde bij het onderzoek een achttal criteria, die tezamen het fundament vormen van de bestaande professionele richtlijnen voor omgaan met het gedrag van mensen met dementie. Vilans en het Trimbos Instituut destilleerden deze acht kernelementen in 2013 op verzoek van de inspectie uit de bestaande richtlijnen. Deze kernelementen zijn, samengevat:

  1. Tijdig signaleren van onbegrepen gedrag zodat ingegrepen kan worden voordat escalatie plaatsvindt.
  2. Een gedegen analyse maken van het gedrag met nagaan van oorzaken op lichamelijk, psychisch en sociaal terrein.
  3. Multidisciplinair werken in een team met in ieder geval een verzorgende, een arts en een psycholoog.
  4. De oorzaak van het gedrag aanpakken en niet het gedrag zelf.
  5. Psychofarmaca alleen voorschrijven wanneer kan worden aangetoond dat psychosociale interventies niet voldoende werkzaam zijn (met uitzondering van een lichamelijke oorzaak of bij een delier of psychose).
  6. Psychofarmaca volgens de richtlijn voorschrijven,  tenzij er belangrijke redenen zijn om hiervan af te wijken.
  7. Het netwerk van de cliënt betrekken bij de analyse en de aanpak van het probleem.
  8. Behandeling evalueren met extra aandacht voor het mogelijk staken van behandeling met psychofarmaca.

Onderzoeksmethode

Inspecteurs spraken tijdens deze bezoeken met zorgverleners, het management en naasten van cliënten. Daarnaast observeerden de inspecteurs met behulp van de SOFI-methode de ervaringen van cliënten met de zorg. Bij deze methode gaan de inspecteurs in een huiskamer bij cliënten met dementie zitten en kijken zij hoe cliënten de zorg ervaren.

Lees hier het onderzoeksrapport

Kijken met andere ogen naar mensen met dementie en onbegrepen gedrag 26-06-2015 | PDF-document, 472 kB

Toon alle gerelateerde artikelen