Leven met dementie
Deze website is een archiefversie. Lees hier meer.

Trainingsprogramma voor thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers

Redactioneel - 18-12-2008

De Vrije Universiteit in Amsterdam geeft in 2009 een bijzonder trainingsprogramma voor thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers. Mensen kunnen zich het hele jaar nog opgeven om mee te doen. De Vrije Universiteit voert het programma samen met het Trimbos-instituut en de Hogeschool Rotterdam uit. Het wordt betaald door het Innovatiefonds Zorgverzekeraars. Initiatiefnemer en projectleider is Prof. Dr. Anne Margriet Pot, hoogleraar ouderenpsychologie.

Anne Margriet Pot kwam op het idee toen ze een onderzoek van de Amerikaanse onderzoekster Linda Teri en haar collega’s las. Het ging om een succesvol bewegingsprogramma dat in de Verenigde Staten is ontwikkeld en effectief is gebleken. Ze dacht: vreemd dat dit hier niet beschikbaar is. ‘Daarom heb ik de interventie vertaald en aangepast aan de Nederlandse situatie.’

Minder depressie
In de Verenigde Staten deden mensen met dementie en hun mantelzorgers mee aan het trainingsprogramma. De depressieve klachten bij de deelnemers met dementie verminderden aanzienlijk. De invloed van het bewegen op hun mantelzorgers werd echter niet onderzocht. Dat wil Anne Margriet Pot wél doen, aangezien de stemming van de mantelzorger invloed heeft op het familielid met dementie.

Wat gaan de deelnemers doen?
Zes dagen per week bewegen, een half uur per dag, zegt Anne Margriet Pot. ‘In elk geval lopen, maar ook rek – en strekoefeningen, kracht- en evenwichtsoefeningen. Daarnaast krijgen de mantelzorgers voorlichting en wordt uitgelegd hoe zij met gedragsproblemen en vergeetachtigheid kunnen omgaan. Tegelijkertijd gaan we meten wat dit programma doet met de stemming van de persoon met dementie en zijn of haar mantelzorger.’
Anne Margriet Pot verwacht dat zowel bij de persoon met vergeetachtigheid als de mantelzorger de stemming verbetert. ‘Daarnaast kijken we naar effecten op het geheugen en het lichamelijk functioneren van de persoon met vergeetachtigheid.’

Meedoen?
Het bewegingsprogramma en de ondersteuning voor de mantelzorger gebeurt gedurende drie maanden bij de deelnemers thuis. De mantelzorger kan een partner, kind, familielid of andere bekende van de persoon met vergeetachtigheid zijn, die ongeveer vier uur per dag zorg verleent aan deze persoon. Hebt u interesse? Neem dan contact op met de onderzoeker, mevrouw Anna-Eva Prick ( / 020-59 856 82).
Mensen kunnen zich het hele jaar nog voor dit onderzoek opgeven (tot 2010).