Leven met dementie
Deze website is een archiefversie. Lees hier meer.

'Wet Bussemaker geen straf, maar steun'

Ingezonden - 06-10-2008

Reformatorisch Dagblad, 02-10-2008

MAASTRICHT - Met een nieuwe wet wil staatssecretaris Bussemaker (Volksgezondheid) het vastbinden van patiënten in instellingen tot een minimum beperken. Prof. J. Hamers hoopt dat de Tweede Kamer, die vandaag over het voorstel debatteerde, haar maatregelen steunt.


„Als ik later in een verpleeghuis kom, hoop ik dat een verzorgende mij vastbindt als zij denkt dat dat goed voor mij is.” Telkens wanneer hoogleraar verpleging en verzorging van ouderen dr. Jan Hamers deze stelling voorlegt aan een zaal zorgverleners intrigeert het hem hoe weinig vingers er instemmend de lucht in gaan. Cijfers laten desondanks zien dat verpleeghuizen gemiddeld een tiende van hun bewoners korte of langere tijd vastbinden, omdat de veiligheid in hun ogen anders niet is gegarandeerd.

De vraag is voor hoe lang nog. De Inspectie voor de Gezondheidszorg wil dat verpleeghuizen het zogeheten fixeren opnemen in een zorgplan, zodat wordt omschreven wat zij met het vastbinden beogen. De staatssecretaris gaat nog een stap verder: zij wil een wet waarin staat dat alleen het risico op een valpartij geen reden tot fixeren meer mag zijn.

Het gebruikmaken van een onrustband kan leiden tot verstikking, bijvoorbeeld doordat de band bij een tegenspartelende patiënt naar de borst kan verschuiven. Als patiënten overeind weten te komen en gaan lopen kan de band, als deze naar de benen afzakt, zorgen voor een valpartij. Het afgelopen jaar deden zich acht van dergelijke calamiteiten voor; vier in verpleeg- en verzorgingshuizen, twee in de gehandicaptenzorg en twee in een ziekenhuis. Bij zeven ervan overleed een patiënt.


Vandaag debatteerde de Tweede Kamer over de kwestie. Hamers, verbonden aan de Universiteit Maastricht, hoopt op „krachtige besluitvorming” waarbij het voorstel van Bussemaker wordt gesteund. „Het gaat niet alleen om de zeven sterfgevallen, hoe erg ook, maar vooral om de ruim 6000 bewoners die dagelijks door banden in hun bewegingsvrijheid worden beperkt.”


Verpleeghuizen gingen vastbinden, omdat ze dachten daarmee valpartijen met ernstig letsel te kunnen voorkomen, aldus Hamers. „Dat is niet zo. Nog afgezien van de ernstige incidenten, kan vastbinden leiden tot doorligwonden, incontinentie en depressiviteit. Een ander gevolg is spierzwakte, waardoor een patiënt nog kwetsbaarder wordt. Stopt de maatregel en komt iemand nadien ten val, dan zijn de gevolgen vaak extra groot.


De onveilige situatie die je wilt voorkomen, werk je dus in de hand. Daarom moeten verpleeghuizen zich bezinnen op het toepassen van vrijheidsbenemende maatregelen. Er zijn tal van andere hulpmiddelen die mensen beschermen en toch hun vrijheid garanderen: extreem lage bedden, een matras op de grond, sensoren die een seintje geven als mensen gaan lopen, extra fysiotherapie, heupbeschermers of infraroodalarm.”


Het al jarenoude pleidooi voor alternatieven slaat tot dusver weinig aan. Hamers: „Zorgverleners zijn geneigd van zichzelf te denken dat ze patiënten alleen bij strikte noodzaak vastbinden. Sommige andere maatregelen, zoals het routinematig optrekken van de bedhekken, worden nog steeds gezien als goede basiszorg. Ook blijkt dat Nederlandse verzorgenden vrijheidsbeperkende maatregelen als minder beperkend beoordelen dan hun collega’s in andere landen. Het hoort een beetje bij de cultuur: Laten we maar vastbinden, want als iemand valt en zijn heup breekt, hebben wij een probleem.”

Hulpverleners die zich laten bijscholen zijn vaak enthousiast over de alternatieven, stelt Hamers. „Maar collega’s die geen cursus hebben gedaan, denken nog al eens: Als ik dienst heb, gaat die band er toch mooi om. Let wel, er gebeuren in de ouderenzorg prachtige dingen. Sommige verpleeghuizen bewijzen dagelijks dat bandenvrije zorg mogelijk is. Maar veel instellingen hebben een duwtje nodig om ze over de drempel te krijgen. De nieuwe wet kan daarbij een rol spelen, niet als straf, maar als steun.


Nieuw personeel dat over een paar jaar in de verpleeghuiszorg komt, moet zich niet kunnen voorstellen dat ooit 10 procent van de bewoners was vastgebonden. Of dat reëel is? Ik vind van wel. Veel verzorgenden, paramedici en artsen hebben absoluut oog voor de minpunten van het fixeren. Kijk maar wat er gebeurt als je die stelling over het graag vastgebonden worden voorlegt aan een volle zaal.”