Leven met dementie
Deze website is een archiefversie. Lees hier meer.

Hoe straal je rust uit? Tips voor zorgmedewerkers

Bron: Nursing, Platform verpleging & verzorging - Ingezonden - 08-11-2009

Hoe straal je rust uit? Bellen, formulieren, telefoontjes, claimende familieleden, zware patiënten, zieke collega’s. Het kan soms erg hectisch zijn in de zorg. Als je zelf de rust weet te bewaren dan zal ook de omgeving hierin meegaan.

  • Leg aan het begin van je dienst je werkwijze uit aan de bewoner en zorg dat de dagindeling duidelijk is, zodat je minder gestoord wordt door vragen over etenstijden, wanneer je langs komt voor een bepaalde handeling, et cetera. Vertel hierbij ook waar je op let voor de rapportage, vraag of er wat de bewoner betreft nog bijzonderheden zijn en geef een tijdsindicatie wanneer je beschikbaar bent voor hem.
  • Wees helder in je communicatie naar de bewoner: vertel waarom je zo druk bent en geef aan wanneer je weer terug bent.
  • Luisteren lijkt een passieve bezigheid. Toch is door goed luisteren al veel gewonnen: tijd, een goede relatie met de bewoner en het houden van de regie, omdat je zo het gesprek leidt. Actief luisteren is: oogcontact houden, gaan zitten en kleine, verbale aanmoedigingen uiten: hmhm, ik begrijp het, enzovoort.
  • Ga zitten als je in gesprek bent met een bewoner. Je bent dan – letterlijk – op gelijk niveau. Bovendien: als je blijft staan, maak je de indruk dat je zo weer weg kan zijn. Dit werkt verwarrend voor de bewoner.
  • Zit in een gesprek rechtop, niet voorovergebogen en een beetje in elkaar. Dat laatste straalt onrust uit.
  • Praat rustig en let erop dat je ademhaling ‘laag’ blijft: adem met je buik, niet met je borst.
  • Zorgmedewerkers kunnen geïrriteerd reageren als ze de kamer van een ‘bellerige’ bewoner op komen of vermijden oogcontact in de hoop dat bewoners 'begrijpen' dat hun gedrag heel storend is. Doe dat niet; bewoners merken deze reactie wel, maar leggen geen link met hun eigen gedrag. Ze zullen juist nog meer gespitst zijn op de zorgmedewerkers: wie is aardig en wie chagrijnig? Dit versterkt juist de afhankelijkheid.
  • Een ‘bellerige’ bewoner streng toespreken en algemeenheden verkondigen (‘Wat nou als iedereen zoveel belt als u? Dan kwamen wij toch nergens meer aan toe?’) heeft geen effect. Het roept alleen maar weerstand op bij de bewoner. Het is beter om eerst stoom af te blazen als je je geïrriteerd voelt. Bespreek daarna met de bewoner wat nu het eigenlijke probleem is. Achter het vele bellen van de bewoner kan angst zitten. Als je erachter komt wat hem zo bezighoudt, kun je daarop inspelen.
  • Zelf onrustig? Neem een paar minuten voor jezelf en doe ademhalingsoefeningen. Ga niet je handelen versnellen, dat veroorzaakt fouten. Het is beter om twee minuten voor jezelf te zorgen dan het risico te lopen op het maken van fouten.

Bronnen:

  1. 'Drukdrukdruk, maar de rust zelve', Nursing april 2009, door Aliëtte Jonkers
  2. 'Het uitstralen van rust door de verpleegkundige', Indira Bade. Rol van beroepsbeoefenaar, 29 januari 2009; Have, ten E.C.M. Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen. De patiënt centraal. Elsevier Gezondheidszorg. Maarssen, 2006.

Artikel ontleend aan: Nursing, Platform Verpleging & Verzorging