Leven met dementie
Deze website is een archiefversie. Lees hier meer.

Onderzoekers uit Korea: 'Langer onafhankelijk door regelmatig te bewegen'

Door Mechteld van Kooi - 09-12-2008

Heeft regelmatig bewegen een positief effect op de cognitie (het verstand, geheugen, aandacht en oriëntatie), de activiteiten van het dagelijkse leven en het inspanningsvermogen van ouderen met dementie? Dat wilden onderzoekers uit Korea weten in een pilot-studie. Daarom gingen 15 ouderen met dementie een jaar lang wekelijks bewegen, en 15 andere ouderen niet. Je mag er nog geen spijkerharde conclusies uittrekken, daar is het aantal deelnemers te klein voor. Maar de verschillen zijn opmerkelijk.

Wat waren de resultaten van het bewegen:
…voor de cognitie?
In deze pilot-studie heeft regelmatig bewegen inderdaad een positief effect op de cognitie van de onderzochte ouderen met dementie. Na zes maanden wekelijks te hebben bewogen, zijn hun cognitieve functies met twintig procent verbeterd. Na twaalf maanden zijn de cognitieve functies met dertig procent verbeterd. Dit toont volgens de onderzoekers aan dat regelmatig bewegen effectiever is als je het over een langere periode volhoudt.
En hoe staat het met de cognitie van de ouderen met dementie die niet deelnamen aan het bewegingsprogramma (de controlegroep)? Hun cognitie is niet verbeterd. Maar ook niet achteruitgegaan.

…voor activiteiten van het dagelijkse leven?
Regelmatig bewegen is ook goed voor alledaagse activiteiten van ouderen met dementie. Het uitvoeren van zulke activiteiten, is na zes maanden wekelijks te hebben bewogen met twintig procent verbeterd; na twaalf maanden met iets meer dan vijfendertig procent. Regelmatig bewegen lijkt dus ook hier effectiever als je het over een langere periode volhoudt.
Bij de ouderen in de controlegroep zag je geen verbetering in het uitvoeren van activiteiten van het dagelijkse leven. Maar het is ook niet achteruit gegaan.

…en voor het inspanningsvermogen?
Tenslotte blijkt dat regelmatig bewegen ook een positief effect heeft op het inspanningsvermogen. Waarmee bedoeld: het uithoudingsvermogen van hart en longen, spierkracht, uithoudingsvermogen van spieren, flexibiliteit, evenwicht en behendigheid van ouderen met dementie. Je zag bij hen vooral een verbetering in flexibiliteit en evenwicht, vergeleken bij de controlegroep.

Conclusie
Kortom, deze pilot-studie toont aan dat regelmatig bewegen een positief effect lijkt te hebben op de cognitie, de activiteiten van het dagelijkse leven en het inspanningsvermogen van ouderen met dementie. 'Willen ouderen met dementie hun onafhankelijkheid behouden, dan moeten ze regelmatig kunnen bewegen.' Dat is de boodschap van de onderzoekers.

Details van het onderzoek
Wie deden mee?
Voor dit onderzoek werden dertig vrouwelijke mantelzorgers via advertenties geworven. Daarin stond dat het ging om een onderzoek naar de voordelen van een eenjarig bewegingsprogramma op fysieke gezondheid en functioneren.

Deelnemers mochten meedoen aan het onderzoek als:
1. ze postmenopauzaal waren;
2. ze zestig jaar of ouder waren;
3. ze samenwoonden met een familielid met de diagnose Alzheimer of andere dementie ;
4. ze minimaal tien uur per week onbetaalde zorg verleenden aan dit familielid met dementie;
5. ze niet van plan waren binnen een jaar naar een ander gebied te verhuizen;
6. ze geen ziekte hadden die deelname aan lichte tot matige fysieke activiteiten (bijvoorbeeld wandelen) zou verhinderen;
7. ze niet regelmatig fysiek actief waren geweest in de zes maanden voorafgaand aan het onderzoek (dat wil zeggen minder dan drie keer per week twintig minuten of meer bewegen);
8. de medicatie in de zes maanden voorafgaand aan het onderzoek stabiel was.

Aan het onderzoek hebben zestig deelnemers meegedaan; dertig vrouwelijke mantelzorgers en dertig ouderen met dementie voor wie zij zorgden. Er werden geen mannelijke mantelzorgers geworven vanwege het feit dat vrouwen die onbetaalde zorg verlenen voor een dementerende de overhand hebben. De helft van de patiënten werd willekeurig toegewezen aan de bewegingsgroep, de andere helft aan de controlegroep.

Bewegingsprogramma
Voor het onderzoek werd een bewegingsprogramma opgesteld. De intensiteit van het programma werd geleidelijk verhoogd van dertig tot zestig procent van het verwachte maximale zuurstofverbruik van de deelnemers. De deelnemers deden mee aan wekelijkse bewegingssessies (dertig tot veertig minuten per sessie) gedurende twaalf maanden. De meeste deelnemers werden gestimuleerd om daarnaast dagelijks andere routineactiviteiten uit te voeren, zoals rekken, bewegen van armen en benen en wandelen.

Evaluatie van de cognitie
Bij alle deelnemers werden de cognitieve functies onderzocht. Er werd gekeken naar oriëntatie in tijd en ruimte, geheugen, aandacht, taal en constructieve vaardigheid. Deze cognitieve functies werden voorafgaand aan het onderzoek, halverwege het onderzoek (na zes maanden) en na afloop van het onderzoek (na twaalf maanden) onderzocht.

Evaluatie van de activiteiten van het dagelijkse leven
Bij alle deelnemers werden de activiteiten van het dagelijkse leven onderzocht. Er werd gekeken naar je aan kunnen kleden, eten, je verplaatsen, continentie, je wassen, toiletgang en je handen wassen. Inspanningsvermogen zoals het uithoudingsvermogen van hart en longen, spierkracht, uithoudingsvermogen van spieren, flexibiliteit, evenwicht en behendigheid werden ook onderzocht. Het uithoudingsvermogen van hart en longen werd onderzocht door een onderzoeksassistent. De activiteiten van het dagelijks leven werden voorafgaand aan het onderzoek, halverwege het onderzoek (na zes maanden) en na afloop van het onderzoek (na twaalf maanden) onderzocht.

Kwaliteit van het onderzoek
De onderzoekers noemen geen beperkingen van het onderzoek. Er kan echter worden opgemerkt dat het niet bekend is of degene die de testen afnam wist of de patiënt in de bewegingsgroep of in de controlegroep zat. Bovendien is niet bekend of deze testen door één en dezelfde persoon werden afgenomen. Verder kan worden aangemerkt dat niet wordt vermeld wat de patiënten in de controlegroep doen in plaats van het bewegingsprogramma. Een andere beperking is het kleine aantal deelnemers. Ten slotte is niet duidelijk omschreven voor wie de acht selectiecriteria precies gelden.

Bron
Effect of regular exercise on senile dementia patients
Korea, Y.S. Kwak, S.Y. Um, T.G. Son & D.J. Kim, 2008

  1. Een score van 10-26 op de Mini Mental State Examination (MMSE).
  2. Dit werd vastgesteld met de Mini Mental State Examination (MMSE).
  3. Dit werd vastgesteld met de Activities of Daily Living (ADL).
  4. Dit werd onderzocht volgens de American College of Sports Medicine (ACSM) methode.
  5. Dit werd onderzocht met behulp van de 6-min walk distance (6MWD).
Toon alle gerelateerde artikelen