Leven met dementie
Deze website is een archiefversie. Lees hier meer.

Dure pil, valse hoop?

Door Stella Braam - Redactioneel - 05-12-2008

Feiten over dementieremmers

‘Reclame Alzheimer misleidend’. Onder die kop verscheen in dagblad Trouw op 4 december een kritisch artikel over de zogenoemde dementieremmers: pillen die remmend zouden werken op de Ziekte van Alzheimer.

In Trouw zegt professor Wim van Gool, hoogleraar neurologie en gespecialiseerd in dementie: ‘Met de huidige geneesmiddelen kan het ziektebeloop bij Alzheimer niet worden afgeremd, dus dat hele rem Alzheimer kan niet wetenschappelijk worden onderbouwd.’
Vanwaar die plotselinge ophef? Aanleiding is de campagne ‘Rem Alzheimer’ van de farmaceut Janssen-Cilag die dementieremmers verkoopt. Ze maken er reclame mee op de radio, en op hun campagne-website staat onder meer de volgende oproep: ‘Kom in actie, voordat je moeder alles door elkaar haalt.’

Cholinesteraseremmers
Dementieremmers werden in de jaren negentig met veel bombarie op de markt gezet als hét middel tegen dementie. Officieel heten ze ‘cholinesteraseremmers’. De voornaamste merknamen zijn: Exelon (rivastigmine), van de firma Novartis Pharma bv; Reminyl (galantamine) van Janssen – Cilag en Ebixa (glutamaat) van de firma Lundbeck.

5 tot 10 procent
Zijn het wonderpillen? Helaas niet. ‘Als je het netjes onderzocht, kwamen de cholinesteraseremmers amper hoger uit dan een placebo: bij niet meer dan 5 tot 10 procent gaven de middelen enig aantoonbaar effect. Bij de rest deden ze vrijwel niets, terwijl de bijwerkingen frequent optreden en soms behoorlijk ernstig zijn,’ aldus dr. Evelien Remstra, neuroloog bij het AMC die zich in dit thema heeft verdiept.(1)

Bijwerkingen
Je kunt er flink ziek van worden. Van de mensen die in experimenten rivastigmine kregen, haakte een kwart van de proefpersonen af; in de helft van de gevallen wegens bijwerkingen als misselijkheid, braken, diarree, gewichtsverlies, hoofdpijn en duizeligheid.(2)
De meest frequente bijwerkingen van de cholinesteraseremmers zijn volgens het Farmarcotherapeutisch Kompas: maag-darmklachten, braken, misselijkheid; duizeligheid; verlies van eetlust, slapeloosheid, slaperigheid, agitatie, verwarring, tremor, asthenie, malaise. Ook kunnen bewegingsstoornissen ontstaan of verergeren. En zelfs vroegtijdig sterven, door een beroerte, kan het gevolg hiervan zijn.

Politiek
In 2002 schrijft voormalig minister Borst een brief aan de Tweede Kamer waarin zij haar twijfels uit over de dementieremmers. ‘De Gezondheidsraad constateert dat de cholinesteraseremmers een uiterst bescheiden resultaat sorteren, waarvan de klinische relevantie onzeker is, terwijl er een grote kans op bijwerkingen bestaat en de lange termijn-effecten nog niet bekend zijn,’ schrijft ze. Mede daarom ‘is niet duidelijk of deze geneesmiddelen over het geheel genomen wel bijdragen aan het welbevinden van patiënten.’(3)
Maar de politiek had weinig belangstelling voor dit thema. En ook in de media bleef het stil.

17 miljoen Euro
In de Verenigde Staten en Engeland worden dementieremmers al vrijwel standaard voorgeschreven aan mensen met dementie.(4) Nederland loopt achter, maar de vaart komt er in. Dat maakte de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) onlangs bekend. Sinds 2004 is het aantal patiënten dat ‘anti-dementiva’ gebruikt, jaarlijks met gemiddeld 30 procent per jaar gestegen.
Van de naar schatting 270.000 licht tot ernstig dementerende Nederlanders betrekken er ruim 17.000 een anti-dementivum van de Nederlandse apotheken, althans in de eerste helft van 2008. Vergeleken met het jaar ervoor is dit een toename van ruim 52 procent.
In 2007 verstrekten de Nederlandse apotheken 125-duizend keer een middel bij dementie. Dat jaar bedroegen de uitgaven aan anti-dementiva 12 miljoen euro; terwijl die naar verwachting dit jaar zullen uitkomen op 17 miljoen euro. (5)

Groeimarkt dementie
Het gaat hier om een ‘tragische groeimarkt’, want vanwege de vergrijzing komt dementie steeds vaker voor. Wereldwijd zal het totale aantal patiënten toenemen van 24 miljoen mensen in 2004 tot boven de 80 miljoen in 2040. Elke zeven seconden komt er een nieuwe patiënt bij. (6)
Met de ‘groeimarkt dementie’ zijn enorme financiële belangen gemoeid, dat spreekt. En dat wordt ook niet ontkend. ‘Het is hier een marketingmachine die op volle toeren draait en daar moet je in mee kunnen,’ zegt een senior productmanager van een van de farmaceuten.(7)

Goed nieuws
Er is gelukkig ook goed nieuws. Zoals gezegd, werken deze middelen bij 5 tot 10 procent van de mensen met dementie die ze gebruiken. Wat voor kenmerken hebben zij? Is het mogelijk deze groep van tevoren te selecteren? Neuroloog Evelien Lemstra verdiepte zich in deze vraag, in haar dissertatie ‘Cholinergic deficiency and inflammation in cognitive dysfunction’(april 2008). Zij kwam tot een interessante conclusie: clolinesteraseremmers zijn geschikte middelen bij mensen met ‘delirante’ verschijnselen. Mensen die angstig en onrustig zijn, met duidelijke aandachtsstoornissen en vaak hallucinaties. Zie hier het hele artikel.
Professor Wim van Gool tenslotte verwacht dat er methoden komen om van tevoren in te schatten bij wie de middelen goed kunnen uitpakken.(8) Dat zou mooi zijn, en veel loze hoop, bijwerkingen en kosten besparen.

Noten

  1. Evelien Lemstra, geïnterviewd in ‘Pil zoekt patiënt’, AMC Magazine, april 2008.
  2. Trimbos – instituut; website; ‘behandeling met medicijnen’.
  3. Brief aan de Tweede Kamer, 10 juni 2002, van De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers.
  4. Lemstra in AMC Magazine.
  5. SFK, ‘farmacie in cijfers’, 2 oktober 2008. Cijfers gaan over dementerenden die thuis wonen; het geneesmiddelengebruik van bewoners in verpleeghuizen onttrekt zich aan het zicht van SFK.
  6. Lancet, 17-12-2005.
  7. Op de website van Janssen – Cilag.
  8. Wim van Gool in ‘Voortschrijdend inzicht in de medicamenteuze behandeling’, AMC, Amsterdam.