Leven met dementie
Deze website is een archiefversie. Lees hier meer.

Testpanel over heupbeschermers

Door Mariëlle ten Veldhuis - Redactioneel - 02-12-2008

Heupbeschermers heb je in allerlei soorten en maten. Wat vinden verpleegkundigen (en wasserijen) het beste en handigste ontwerp? En wat is de kwaliteit van het product? Vier modellen worden met elkaar vergeleken.

Vooraf
Voor wie het nog niet weet: een heupbeschermer bestaat uit twee pads. Deze zitten bovenaan het bovenbeen, aan de zijkanten. De pads zitten in een broekje, dat op een onderbroek lijkt.
Er is veel wetenschappelijk onderzoek naar de heupbeschermer gedaan. Het blijkt dat je hiermee bij ouderen inderdaad de kans op een gebroken heup verkleint, maar alleen als er ‘therapietrouw’ is, dus als ze consequent worden aangedaan. Er moet goed draagvlak voor zijn, zowel bij de ouderen met dementie, als bij hun verzorgenden.

Mening van het testpanel
Fluitje van een cent
Neemt het aantrekken van een heupbeschermer veel tijd in beslag? Welnee, ontdekte het testpanel. Met het juiste ontwerp blijkt het aan doen een fluitje van een cent. Verder zijn ze het er allemaal over eens dat het beter is om heupletsel te voorkomen, dan achteraf te genezen. Zorgen voor een bewoner met een gebroken heup kost immers meer tijd dan het aantrekken van een heupbeschermer.
Weg met wit!
Het testpanel geeft de voorkeur aan een lichte neutrale kleur. In elk geval geen witte heupbeschermers en broekjes! Want wit verkleurt of er komen vlekken op en dan zijn die heupbeschermers een stuk minder aantrekkelijk. Tip: een patroon op de beschermer kan vlekken maskeren.
Lang leve katoen
Als beste stof komt katoen uit de bus. Bij andere stoffen zweet en irriteert de huid sneller. En wat is het ideale model, een heupbeschermer die je aantrekt als broekje, of een die je om de bewoner heen vastmaakt? Dat hangt van de bewoner af, vinden de verpleegkundigen. Voor zelfstandige bewoners is het ‘broekjesmodel’ geschikt. Het model dat je om de bewoner heen vastmaakt, is geschikter voor de meer zorgafhankelijke bewoner.
Hard tegen zacht
Wat krijgt de voorkeur, harde of zachte heupbeschermers? De bewoners hebben liever zachte beschermers, zeggen de verpleegkundigen. Helaas! Want het is aangetoond dat de harde heupbeschermer de beste is.
Producenten opgelet!
De producenten nemen het blijkbaar niet zo nauw met de kleurkwaliteit: al na de eerste keer wassen, waren alle modellen wat verkleurd. En ook de vorm blijft mettertijd niet intact…Tip van het panel: maak een label in de heupbeschermer met de maat erop. Wel zo praktisch.

Welke modellen zijn vergeleken?
Voor zowel de pads als het broekje zijn er verschillende mogelijkheden qua ontwerp. In deze studie zijn vier verschillende modellen vergeleken:

  • Model 1: De Hipsaver Wrap & Snap (figuur 1). Deze maak je om de bewoner heen vast. Materiaal: 100 procent polyester. Kleur: wit. Je kunt het broekje met drukknopen vastmaken.
  • Model 2: De Hipsaver Wrap & Snap van andere materialen. Deze bestaat voor 48 procent uit katoen, 48 procent uit polyester en 4 procent uit zware lycra. Ook dit model maak je om de bewoner heen vast. De kleur is beige en het broekje wordt met klittenband bevestigd.
  • Model 3: De Hipsaver pull-up (figuur 2). Deze trek je aan als een onderbroek. Het broekje bestaat voor 48 procent uit katoen, voor 48 procent uit polyester en voor 4 procent uit lichte lycra. Kleur: beige.
  • Model 4: De FallGard pull up (figuur 3). Ook deze kan net als een onderbroek worden aangetrokken. Materiaal: 93 procent katoen en 7 procent spandex. Kleur: wit. 
Figuur 1 Figuur 2  Figuur 3

Nog een paar details van de resultaten
Kleur
Zoals gezegd, al na de eerste keer wassen, waren alle modellen wat verkleurd. Uiteindelijk was de verkleuring het grootst bij model 4. Dit broekje was voorheen wit en werd geel.
Vorm
De grootte van alle modellen blijkt met de tijd te veranderen. Model 3 veranderde zelfs zóveel dat de pads niet meer op de juiste plek zaten! In model 2 vervormde het elastiek. Wat betreft de vorm kwam model 4 het beste uit de test. Gelukkig waren bij geen enkel model naden losgegaan die de functies van de heupbeschermer aantasten.
Klittenband of drukknopen?
Bij het wrap-around model maak je de beschermer om de bewoner heen vast. Doe je dat met klittenband, of liever met drukknopen? Hierover verschillen de meningen. Klittenband sluit makkelijker, vinden sommigen. Anderen gaan voor drukknopen, omdat de knopen niet krassen op de huid en langer mee gaan.
Medewerkers van de wasserijen hebben ook liever drukknopen. Die zouden duurzamer zijn. Maar tijdens het wassen bleek dat het klittenband in kwaliteit niet verschilde van de drukknopen.
Ingenaaide of losse pads?
De verpleegkundigen geven de voorkeur aan ingenaaide pads. Die kunnen namelijk niet kwijtraken. In de wasserijen zijn de meningen verdeeld. De ene helft vindt ingenaaide pads handiger, de andere helft kiest voor losse pads. Tijdens het wassen vervormden de heupbeschermers met vaste pads meer dan met losse pads.

Details over het onderzoek
Wie deden mee?
Verpleeghuizen: voor dit onderzoek zijn vijf groepen uit drie verpleeghuizen geselecteerd. In totaal namen er 28 gediplomeerde verpleegkundigen deel. Zij hadden niet eerder met heupbeschermers gewerkt.
Wasserijen: er zijn vier vragenlijsten verzonden naar de wasserijen, waarbij de verpleeghuizen zijn aangesloten. De vragen gingen over kleur, krimping, elasticiteit en bevestiging.
Hoe vaak gewassen?
Van elke soort heupbeschermer zijn er vijf gewassen, maximaal 52 keer. Gelet is op de kleur, het krimpen, de rek en de zomen.
Verbeterpunten
Dit onderzoek zou je in de praktijk moeten toepassen om de resultaten te bevestigen. Verder zouden de heupbeschermers gewassen moeten worden, nadat ze daadwerkelijk gedragen zijn. Zo kunnen slijtage en vlekken ook worden meegenomen in de kwaliteit.

Bronnen
1. ‘Design features to enhance external hip protector adherence in the nursing home setting?’ L.A. Honkanen, M.L. Dehner and M.S. Lachs.
American Medical Directors Association, 2006.
2. ‘Richtlijn Preventie van valincidenten bij ouderen.’ Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie, 2004.