Leven met dementie
Deze website is een archiefversie. Lees hier meer.

Specialist Ouderengeneeskunde thuis geregeld!

Redactioneel - 15-01-2015

In de laatste weken van 2014 werd de inzet van de Specialist Ouderengeneeskunde voor thuiswonende ouderen nog geregeld. De beroepsverenigingen maakten in een convenant inhoudelijke samenwerkingsafspraken en de staatssecretaris regelde de financiering.

Convenant

dokter en patient met looprekEen toenemend aantal kwetsbare ouderen met een zware zorgvraag woont thuis of in een kleinschalige woonvorm. De huisarts is primair verantwoordelijk voor de medische zorg voor deze mensen. Specialisten ouderengeneeskunde kunnen worden ingezet voor consultatie en medebehandeling.  Als de zorgvraag van de oudere zich grotendeels op het deskundigheidsgebied van de specialist ouderengeneeskunde (SOG) bevindt, kan deze het hoofdbehandelaarschap van de huisarts over nemen. 

De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en de beroepsvereniging van de specialisten ouderengeneeskunde Verenso tekenden hiervoor een convenant op 27 november 2014.

Financiering

Staatsecretaris van Rijn stuurde op 16 december een brief aan de Eerste kamer over de financiering van de specialist ouderengeneeskunde voor thuiswonende kwetsbare ouderen. Hierin wordt geregeld dat de betaling van de specialist ouderengeneeskunde mogelijk is voor thuiswonende ouderen met een zorgindicatie (Wet Langdurige Zorg of Zorgverzekeringswet) en Wmo-ondersteuningsindicatie.

Voor mensen met een Wlz-indicatie wordt de specialist ouderengeneeskunde betaald uit het zorgprofiel/ZZP van de cliënt. Voor mensen met zorg uit de Zvw en/of ondersteuning vanuit de Wmo 2015, wordt de specialist ouderengeneeskunde betaald uit de ‘‘subsidieregeling extramurale behandeling’’, net als het was geregeld binnen de AWBZ. Op termijn zal deze subsidieregeling plaats maken voor een regeling binnen de Zvw. Daarvoor zal er eerst eenduidigheid moeten ontstaan over de taakverdeling bij zorg aan kwetsbare ouderen tussen de specialist ouderengeneeskunde, de huisarts, de praktijkondersteuner ouderenzorg en de wijkverpleegkundige. Hierover gaat de staatssecretaris advies inwinnen bij het Zorginstituut Nederland en de NZa.

Meer lezen: