Leven met dementie
Deze website is een archiefversie. Lees hier meer.

Werken met het levensverhaal is nuttig en leuk

Eline Brekelmans - Redactioneel - 25-08-2008

Werken met het levensverhaal van oudere mensen met dementie: steeds meer zorgorganisaties zien hier het nut van in. Terecht, zo blijkt uit een overzicht van internationaal onderzoek. Zowel voor de oudere als zijn verzorgende is het een leuke en nuttige bezigheid. Maar het is niet voor élke oudere geschikt.

Resultaten en conclusies
De persoon achter de ziekte zien
Alle onderzoeken laten zien dat Life Story Work (LSW), de Engelse term voor het levensverhaal, het personeel helpt om de persoon achter de ziekte te zien. En om de patiënten als individuen waar te nemen. Soms wordt hierdoor echter het verschil benadrukt tussen wie de persoon was voordat hij ziek werd, en wie de persoon nu is.

Patiënt beter leren kennen
Dankzij het levensverhaal leert het personeel de patiënt beter kennen en kan hem/haar ook beter begrijpen. Het levensverhaal geeft immers inzicht in het verleden van een patiënt. Ook gaven de verzorgenden aan dat ze het leuk vonden om tijd door te brengen met hun patiënten - vooral om naar hun geschiedenis te luisteren en foto’s te zien van toen zij nog jonger waren. Ook begrijp je meer van de situatie in iemands familie.

Betere band
Bij sommige patiënten zorgde het delen van herinneringen voor een betere band tussen personeel en patiënt. En doordat het levensverhaal een activiteit is waarbij samenwerking is vereist tussen familieleden, wordt ook de communicatie tussen deze personen over het algemeen verbeterd.

Bewust worden van individuele activiteiten
Door het levensverhaal te kennen, ziet het personeel in welke individuele activiteiten bij iemand passen. Het leidt tot individuele zorgplannen en dito activiteitenprogramma’s. Ook kan het bepaalde psychosociale behoeften laten zien, die anders verborgen zouden blijven.

Verhalenboek of andere vormen?
Onderzoek naar het levensverhaal is het meest uitgevoerd bij ouderen en mensen met leerstoornissen. De verzamelde informatie wordt vaak bijeengebracht in een product, zoals een verhalenboek, een samenvatting van iemands levensgeschiedenis, een collage of een opname op een cassettebandje. Boeken over het levensverhaal van mensen worden het meest gebruikt. De patiënt zelf, zijn familie en andere belangrijke personen maken zo’n boek vaak samen. Je kunt er van alles in stoppen: foto’s, kaarten, geboortekaartjes, trouwcertificaten, krantenknipsels en plaatjes van bijvoorbeeld de omgeving waar iemand vroeger woonde. Welke vorm is het meest geschikt? Daar is nog onderzoek voor nodig.

Mening patiënten en familieleden
Er is minder onderzoek gedaan naar de mening van de patiënten en hun familieleden. Uit het onderzoek dat er is, blijkt dat patiënten het levensverhaal beschrijven als een leuke activiteit. Niet alleen de activiteit zelf zorgt hiervoor. Ook de vriendschap die het delen van het boek met zich meebrengt, is prettig. Een beperking van het levensverhaal is wel dat sommige bewoners het fijn vonden dat er naar hen werd geluisterd, maar dat ze zich ook bewust waren van de tijdsbeperking die aan het personeel werd opgelegd. Meer onderzoek is nodig om vast te stellen wat de betekenis van het levensverhaal is voor familieleden en de patiënt zelf.

Niet geschikt voor iedereen
Toch blijkt dat het levensverhaal niet voor iedereen werkt. Soms roept het pijnlijke herinneringen op. Niet alle patiënten vinden het fijn dat de verzorging bepaalde dingen over hem / haar weet. Het personeel is zich er over het algemeen wel van bewust dat het levensverhaal niet geschikt is voor iedereen. Daarom raden de onderzoekers aan om een patiënt eerst ‘te leren kennen’, vóórdat er met zijn levensgeschiedenis wordt gewerkt. Ook moet je het personeel trainen in het omgaan met het levensverhaal.

Van wie is het levensboek?
Wie is eigenaar van het boek van iemands levensverhaal? Daarover is het onderzoek niet eenduidig. Daarom raden de onderzoekers aan om protocollen te ontwikkelen, waarin wordt vastgelegd wie toegang heeft tot het product en wie de eigenaar is.

Details over het onderzoek
Wat was het doel?
Doel van dit onderzoek: kijken wat er in de literatuur bekend is over het levensverhaal (Life Story Work) en het gebruik ervan in de zorg. Hiermee wil de studie onder andere beoordelen wat de betekenis van het levensverhaal is voor patiënten, cliënten, zorgmedewerkers en familieleden. Ook wil de studie beschrijven wat de voordelen en beperkingen zijn van het gebruik en de benadering van het levensverhaal in de zorg.

Gegevens verzamelen
Voor het onderzoek is gezocht naar artikelen via CINAHL, Medline, Assia, PsycINFO, British Nursing Index en Social Science Citation Index. Hierbij werd gezocht op een beperkt aantal zoekwoorden. Uiteindelijk werden veertien studies geselecteerd. Studies waarin het levensverhaal niet werd gekoppeld aan de sociale of gezondheidszorg werden uitgesloten. Ook studies waarin meerdere behandelingen werden onderzocht (waaronder het levensverhaal), werden uitgesloten. Enkel studies die het levensverhaal als hoofdinterventie in de sociale of gezondheidszorg onderzochten, werden opgenomen in de studie.

Beperkingen
Vrijwel alle studies die onderzoek hebben gedaan naar het levensverhaal gebruikten een kwalitatieve benadering. Nadeel hiervan is dat dit een subjectieve benadering is en dat er geen objectieve gegevens worden verkregen. Geen van de beschreven onderzoeken eist generaliseerbaarheid op van de gevonden resultaten. De meeste studies accepteren hun werk op een specifiek gebied. Eisen voor veranderingen in de praktijk zijn over het algemeen onder voorbehoud. Studies keken bijvoorbeeld alleen naar de mening van personeel over het gebruik van het levensverhaal, en niet naar die van patiënt en familie. Nader onderzoek moet meer duidelijkheid bieden.

Bron
Life story work in health and social care: systematic literature
Jane McKeown, Amanda Clarke en Julie Repper
Het review is geschreven in Amerika, maar bevat onderzoeken uit meerdere landen. 2005