Leven met dementie
Deze website is een archiefversie. Lees hier meer.

Snoezelen voor mensen met dementie

Door Marielle ten Veldhuis en Elly Duijf (red. Marysia Zarzycki) - Redactioneel - 22-07-2008

Snoezelen, die term hoor je steeds vaker. Snoezelen betekent dat je de zintuigen prikkelt door licht, geluid, smaak, geur en aanraking. Uit Nederlands onderzoek blijkt dat snoezelen positieve effecten heeft op oudere mensen met dementie. De uitkomsten zijn heel veelbelovend.

Wat was het doel?
De onderzoekers wilden weten wat het effect van snoezelen is, als dit wordt opgenomen in de dagelijkse zorg in verpleeghuizen. Zij hebben zich gericht op oudere mensen met dementie en verwachtten dat het welzijn van deze ouderen zou verbeteren en dat ze minder gedragsproblemen zouden hebben.

De resultaten
Individuele snoezelprogramma’s werken positief uit op het humeur en het sociale gedrag van de deelnemers. Na het snoezelen zijn deze mensen minder depressief en/of apathisch. Er wordt minder verstoord, teruggetrokken, opstandig of agressief gedrag waargenomen en ook zijn mensen zich beter bewust van hun omgeving.

Bij de persoonlijke verzorging ’s ochtends hebben de snoezelende ouderen een beter humeur. In gesprekken reageren zij beter dan zonder ‘gesnoezel’. Ook praten deze ouderen vaker uit zichzelf.

Details over het onderzoek
Hoe is het aangepakt?
Het onderzoek werd uitgevoerd met honderdtwintig ouderen uit totaal twaalf Nederlandse verpleeghuizen. De proefpersonen hadden een matige tot ernstige dementie zonder bijkomende psychiatrische diagnose. De deelnemers waren niet bedgebonden en hadden een matige tot ernstige zorgbehoefte. Mensen met bijkomende ernstige stoornissen in het gehoor of het zien zijn uitgesloten van het onderzoek.

In zes verpleeghuizen werd voor zestig proefpersonen een individueel snoezelprogramma opgesteld en geïntegreerd in de zorg. Dit gebeurde op basis van individuele voorkeuren voor zintuiglijke prikkels, voortkomend uit leefstijl, verlangen en culturele achtergrond. De proefpersonen in de andere zes huizen maakten deel uit van de controlegroep.

Het effect op welzijn werd gemeten aan de hand van vragenlijsten over het humeur en gedrag die de betrokken medewerkers invulden, en aan de hand van video-opnamen van de persoonlijke verzorging ’s ochtends. De video’s werden bekeken en beoordeeld door mensen die niet wisten wie meedeed aan het snoezelen en wie tot de controlegroep behoorden.

Individuele voorkeuren
Belangrijk aspect van deze studie is dat er van tevoren is gekeken naar de individuele voorkeuren van bewoners. In andere studies waar dit niet het geval was, ontstonden vaak gedragsproblemen of achteruitgang waardoor bewoners moesten stoppen met het onderzoek. Bij deze studie was dit niet het geval, ook werden er geen negatieve of andere effecten gevonden.

Tenslotte
De onderzoeksgroep was groot genoeg om tot generaliseerbare uitkomsten te komen. In de effectmeting was er een controlegroep en werden de video’s ‘blind’ beoordeeld. De uitkomsten zullen echter niet 100 procent betrouwbaar zijn omdat er ook gebruik is gemaakt van vragenlijsten die door betrokken medewerkers zelf zijn ingevuld. (Gevolg: verminderde objectiviteit.)

Bron
 ‘Behavioral and Mood Effects of Snoezelen Integrated into 24-Hours Dementia Care.’
J. C. M. van Weert, A.M. van Dulmen, P.M.M. Spreeuwenberg, M.W. Ribbe, J. M. Bensing. American
Geriatrics Society. Volume 53, 2005.