Leven met dementie
Deze website is een archiefversie. Lees hier meer.

De man met de brandslang

Door: Stella Braam, publ. 22 juli 2008 - Redactioneel - 22-07-2008

Creatief omgaan met onrust

Wat doe je als een bewoner dag in, dag uit, de brandslang enthousiast uitrolt? En ’s nachts de meubels in de huiskamer verhuist? Dan komt het aan op creativiteit, vinden ze in zorgcentrum Ter Reede te Vlissingen. Het verslag van een spannende zoektocht.

Meneer Post, bewoner van ‘huiskamer 15’, heeft een fulltime baan. Vraag je hem of hij iets wil eten of drinken, dan antwoordt hij: ‘Strakjes. Ik ben nú even bezig.’ Wat wil je, Post is inspecteur, conciërge, klusjesman, opzichter - en dat alles onbetaald.

Het is zondag, maar aan vrije dagen doet meneer Post niet. Deze ochtend heeft hij de boeken in zijn huiskamer op de juiste plek gelegd. Een glaasje fris met appeltaart heeft hij wel verdiend, vindt hij: ‘Ik heb dorst, want ik heb hard gewerkt en dat scheelt dan.’ De middag is bestemd voor de algemene inspectie. ‘Inspecteur’ Post gaat ons enthousiast voor in de gang met aan weerszijden de huiskamers van de PG-afdeling. We houden stil voor brandslang nummer één. Hij begint eraan te sjorren. ‘Kijk, als je zó flink duwt, kun je het hier een beetje uitbouwen.’ Hij wijst op een haak. ‘Die is bedoeld als versterking. Dat drukken we een beetje aan. Zie je, nou schommelt-ie niet meer.’

Het spat niet

Tijd voor brandslang nummer twee. Meneer Post wijst op het glazen kastje met de tekst Breek het glas – hier duwen. ‘Dit is het begin van de hechting,’ legt hij geduldig uit. ‘Het is de basis, het eindpunt.’

De derde brandslang is aan de beurt. Op weg erheen verexcuseert meneer Post zich: ‘Die is versleten, want hij wordt veel gebruikt. Dan krijg je dat, zeker als het warm is.’ Met grote concentratie begint hij aan de brandslang te trekken. ‘Deze heeft de neiging om zich vlug vast te zetten. Het is een andere, maar wel op dezelfde manier ontworpen. De spanning is te gering. Hier loopt-ie evenwijdig…en dan stopt-ie.’

‘Waar trekt u aan?’ vraag ik. ‘Dit is een deel van een slang,’ antwoordt de inspecteur. ‘Wat voor slang? Dat weet ik eigenlijk niet.’ Als ik een paar stapjes terug zet, zegt hij geruststellend: ‘Je hoeft niet weg te lopen, want spatten doet het niet.’‘Waarom staat hier de tekst: uitsluitend gebruiken bij brand?’ informeer ik verder. ‘Nou, alleen bij brand, hè…niet direct vérbrand, maar gébrand.’ Na de brandslangen worden de deuren van de lift geïnspecteerd. Daarna loopt meneer Post zoekend rond. ‘Ik kijk of er bloemen en planten zijn,’ legt hij uit.

‘Moet u vandaag nog veel doen?’‘Nee hoor, tenminste niet volgens het plan.’ Op zijn gemak slentert hij verder.

Doener

 ‘Mijn vader is altijd een doener geweest,’ vertelt dochter Els Post, één van zijn drie kinderen. ‘Hij kluste veel bij anderen en heeft van alles gedaan: boerenknecht, groenteboer, melkboer, conciërge bij de gezondheidsdienst voor dieren.’ Vader Post verliet Zeeland voor een baan als postbode in Aalsmeer. Tot aan zijn pensionering bezorgde hij er de post.

‘Hij was een onconventionele denker als het ging om klussen,’ zegt dochter Els. ‘Hij kwam altijd met bijzondere oplossingen. Hij denkt in constructies. De fascinatie voor brandslangen is een raadsel. Hij is nooit brandweerman geweest.’ Hoe dan ook, haar vader is in zijn beleving aan het werk. ‘Een tijdje terug was hij druk met de brandslang en zei: “Ik heb vandaag flink gewerkt op de Nieuwelandseweg.” Daar is hij 86 jaar geleden geboren. Daar zit hij dan met zijn herinneringen.’

Medicijnen

Vóórdat vader Post terecht kwam in zorgcentrum Ter Reede - Centrum voor Verzorgd Wonen, onderdeel van stichting Werkt voor Ouderen, was hij opgenomen in een ander verpleeghuis. Dochter Els: ‘De verzorgenden deden hun best. Maar de sfeer was er zó: rustig blijven zitten en af en toe eten. Anders ben je lastig.’

Ze probeerden haar vader in de stoel te houden. ‘Toen werd hij agressief,’ zegt ze. ‘Dat is niets voor hem. Hij kreeg medicijnen om rustig te worden. Dipiperon, een antipsychoticum, werd dagelijks opgevoerd. Hij raakte erg versuft, verschrikkelijk om te zien.’ De familie vreesde voor zijn leven. Ze haalden vader weg en brachten hem naar Ter Reede.

Verhuizer

In zijn nieuwe onderkomen wordt de medicatie afgebouwd en komt meneer Post weer tot leven. De nieuwe bewoner gaat ’s nachts aan het werk als verhuizer. In de huiskamer versleept hij tafels en kasten.
Overdag verhuist meneer Post verder. Hij brengt de stoelen op de gang naar de benedenverdieping, met de lift die hij weet te bedienen. De verzorgenden sjouwen ze weer terug, soms drie of vier keer per dag. Op een dag raakt hij in de ban van de brandslangen. Heel huis Ter Reede buigt zich koortsachtig over de nieuwkomer. Hoe de situatie in de hand te houden, mét behoud van zijn vrijheid? In Ter Reede zijn gesloten deuren taboe, worden bewoners niet vastgebonden en blijft rustgevende medicatie tot een minimum beperkt.

Een eigen rommelkamer

Van verzorgenden tot en met de technische dienst, iedereen denkt mee. Er wordt iemand aangesteld om meneer Post ’s nachts te observeren. Wanneer wordt hij wakker en actief? Is er een patroon in te ontdekken? Nee, zo blijkt na twee weken observeren.

De oud-postbode krijgt een postbodetas cadeau, in de hoop dat hij post gaat bezorgen. Maar meneer Post heeft geen belangstelling meer voor zijn oude vak. Nieuw idee: een eigen rommelkamer. Eén van de kamers wordt ingericht als werkplaats met hout, gereedschap en dozen. Dát bevalt de nieuwe bewoner. Als de verzorgenden hem naar het rommelhok brengen, kan hij er uren doorbrengen. Zelfs de verwarming weet hij vakkundig te ontmantelen. Maar al snel is meneer Post uitgerommeld. De brandslang lonkt. Iemand oppert: een briefje op de brandslang met: Niet aankomen! De directie. Maar als meneer Post het leest, zegt hij: ‘Klopt, maar ík moet die dingen controleren.'

Tuinslang

De technische dienst komt met het idee om een tuinslang op te hangen. Maar dáár trapt meneer Post niet in. Dan krijgt iemand een geweldige inval: een brandslang op zijn kamer! Wanneer meneer Post met liefdevolle hand naar zijn kamer wordt geleid, gaat hij met veel genoegen aan de slag. Heeft hij tóch de behoefte om de slangen in de gang te inspecteren, dan houden de medewerkers een oogje in het zeil. De uitgerolde brandslangen worden meteen teruggehangen.

Dochter Els is eindelijk gerust. ‘Ze stellen alles in het werk om mijn vader te begrijpen,’ zegt ze. Wat is haar rol geweest bij het vinden van de juiste aanpak? ‘De initiatieven lagen bij Ter Reede,’ antwoordt ze. ‘Ik heb vanuit een groot vertrouwen de zorg overgegeven, omdat ik wist dat het een goed zorgcentrum is. Natuurlijk heb ik wel het levensverhaal van mijn vader verteld. Ook was ik, of mijn partner, aanwezig op het Multidisciplinair Overleg. En alle acties die ze wilden ondernemen, werden altijd éérst aan mij voorgelegd. Ik moest toestemming  geven.’ Ze was steeds verrast ‘over de zeer onconventionele oplossingen die werden bedacht, echt passend bij mijn vader.’

Anders werken

Verzorgende José Verhage ziet hem nóg binnenkomen, zwaar versuft. Nadat de medicatie was afgebouwd, raakte zij ‘diep ontroerd toen ik voor het eerst contact met hem kreeg.’ Vanaf het prille begin is José Verhage bij meneer Post betrokken. ‘Het is heel anders werken dan in een gewoon verpleeghuis,’ zegt ze. ‘Wij vragen ons constant af waar een bewoner in zijn beleving mee bezig is. Wat zie je? Wat gebeurt er? Wat kan achter iemands gedrag steken?’ Het komt aan op creatief zijn, vervolgt ze. ‘Het idee bijvoorbeeld om een brandslang in zijn kamer op te hangen, ontstond spontaan, tijdens een teamoverleg.’

Wat moet je kunnen als verzorgende om zo te werken? José Verhage: ‘Je moet redelijk goed kunnen analyseren. Stressbestendig zijn. En goed kunnen omgaan met familie, want jij bent het aanspreekpunt als ze op bezoek komen.’ Essentieel is ook ‘kennis van dementie, van het gedrag bij dementie en van belevingsgerichte zorg.’ Allemaal dingen die je op de opleiding niet leert, weet José Verhage: ‘Daarom worden we op de werkvloer intensief geschoold.’

IJskast

‘Meneer Post vertoont géén probleemgedrag. Het woord ‘probleem’ is hier bijna uitgegumd. Wij denken niet in problemen, maar in behoeften en mogelijkheden,’ zegt unithoofd Hellen van de Griek. ‘We proberen de belevingswereld niet te doven. Het gedrag van dementerenden kun je niet veranderen. Maar wíj kunnen wél veranderen.’

Elke dag staan Hellen van de Griek en haar collega’s voor uitdagingen als ‘hoe kunnen we aansluiten op de belevingswereld en levensstijl van elke individuele bewoner? Hoe de zorg zo goed mogelijk af te stemmen op zijn wensen en behoeften? Niet uitgaan van: wat bieden wij, maar: wat vragen zij?’ zegt het unithoofd bevlogen. Ter Reede zweert bij creatieve oplossingen. Neem die bewoner die ’s nachts de ijskast plunderde. Dus werd er een ijskast naast gezet, die de hele nacht open bleef en waarin lekkere hapjes klaar stonden voor de nachtelijke eter.

Coachen

Belevingsgericht werken in een kleinschalige setting vergt andere vaardigheden van de medewerkers, zegt locatiemanager Fer de Bruin, van origine socioloog. Dat gaat niet vanzelf, benadrukt hij. ‘Coachen, coachen, coachen. Daar gaat het om. Je hebt fanatisme van je leidinggevenden nodig. De gedrevenheid begint dáár.’

In vijf jaar tijd is de cultuuromslag een feit, vervolgt hij: ‘In het oude traditionele verpleeghuis had je patiënten die je niet of nauwelijks kende. Je rende van de een naar de ander. Nu gaan we uit van de persoon die er is, op zoek naar: wat is passend bij hem of haar? Voorop staat een prettige woonomgeving waar de bewoner zich thuis en veilig voelt.’

Winst

Zo’n intensieve aanpak als bij meneer Post kost energie en geld, maar ‘de winst halen we elders,’ besluit Fer de Bruin. ‘Veel minder medicijngebruik. Tevreden bewoners, medewerkers en familie. Wat levert je dát wel niet op?’

Meneer Post tenslotte is dik tevreden. ‘Ik heb een leuke vrijetijdsbesteding,’ zegt hij. ‘Een mooi leven. Zoiets heb ik altijd graag gewild.’

Vanwege de privacy is de naam Post gefingeerd.
22/07/08

Meer lezen?

Zie ook:

 

Foto's © Cees Hillhorst

Toon alle gerelateerde artikelen